Zomaar een greep uit wat nieuwsberichten in de afgelopen maanden:

25 februari 2022
Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) informeert de Tweede Kamer over stand van zaken wachttijden ggz. "De beschikbaarheid van voldoende zorgprofessionals is nu al een knelpunt en het zal de komende jaren alleen nog maar uitdagender worden om voldoende medewerkers voor de zorg te werven en te behouden."

Skipr Nieuwsbrief 15 maart 2022, tekst Frits Baltesen
Honderden IC-medewerkers hebben in de coronacrisis ontslag genomen. Bij sommige ziekenhuizen is een kwart van de IC-Verpleegkundigen vertrokken, blijkt uit een peiling van Zorgvisie onder alle ziekenhuizen.

De Meldpunt uitzending van 18 maart 2022 (Omroep Max) schetst een schrikbeeld. Wilma Schutte (manager zorgcentrum Thebe De Vloet in Oisterwijk) doet het volgende pleidooi: ‘Geef zorgvragers en hun naasten de regie en het eigenaarschap over hun leven terug. Zij weten namelijk zelf heel goed wat goed voor hen is. En geef zorgverleners de regie en eigenaarschap over hun vak weer terug, zij weten namelijk met al hun kennis en ervaring wat kwaliteit van zorgverlening is.’
De tijd die thuiszorgmedewerkers hebben is beperkt. De bureaucratie is enorm, 40% van de effectieve werktijd (2 uur per dag) zijn de thuiszorgmedewerkers bezig met administratieve- en bureaucratische taken.
Ruim 18.000 mensen met een indicatie voor de Wet langdurige zorg wachten op een plek voor verblijf. Wie gaat daarvoor bouwen?
Over 10 jaar hebben we 2 miljoen 75+ burgers in Nederland.
Mantelzorg door naasten staat onder druk.

Ook in de kleinschalig zorg is de toenemende druk op de arbeidsmarkt merkbaar. In de afgelopen maand hielden we als NBEC onze regiobijeenkomsten. Opvallend was dat de NBEC zorgorganisaties in Noord Nederland (Groningen/Friesland) nog vrij gemakkelijk aan zorgmedewerkers kunnen komen. Mensen willen wel weg bij grotere zorgaanbieders naar een kleinere organisatie met minder regeldruk. Toch blijft ‘het vissen in dezelfde vijver’.
In de andere regio’s overal hetzelfde beeld: schaarste en ‘moeilijk om aan goed opgeleide en gemotiveerde zorgmedewerkers te komen’.

Als klap op de vuurpijl: de vergrijzing staat niet in het regeerakkoord. Terwijl er een Deltaplan nodig is. Van de minister voor Langdurige Zorg en Sport, Conny Helder, zou je qua opleidingsachtergrond en loopbaan toch echt wel mogen verwachten dat zij als geen ander weet wat er speelt in onze sector.

En wat te denken van het sociaal domein. In Amsterdam alleen al staan ruim 20.000 vacatures in de sector zorg en welzijn open. Laat dat eens tot je doordringen: 20.000 vacatures. Onderzoek van Movisie geeft aan dat de helft van de huidige medewerkers weg wil binnen 4 á 5 jaar. Salaris is wel een reden om naar ander werk uit te kijken, maar blijkt zelden doorslaggevend voor een werkelijk vertrek. Belangrijke vertrekredenen die worden genoemd zijn een gebrek aan persoonlijke ondersteuning door de direct leidinggevenden, de inhoud en uitdaging van het werk, beperkte ontwikkelmogelijkheden en de verdeling van de werkdruk. Meer dan de helft van de vrijwillig vertrokken medewerkers geeft aan dat de werkgever iets had kunnen doen om vertrek te voorkomen, zoals bijvoorbeeld betere communicatie van leidinggevenden en betere ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden.
De aanbeveling uit dit onderzoek is om het behoud van medewerkers in het sociaal domein een landelijke prioriteit te maken. Dat is noodzakelijk, aangezien dit volgens de onderzoekers ‘een van de grootste vraagstukken voor de komende jaren is.’ Passie voor het vak is er zeker nog, gelukkig, dat kunnen we als kracht zien. ‘Negen op de tien medewerkers in het sociaal domein geeft aan de inhoud van het werk leuk te vinden. Rapport is via deze link te downloaden https://www.movisie.nl/sites/movisie.nl/files/2021-05/De-stand-van-het-s...

Wat gaan we doen nu we dit weten? Wachten op de overheid? Nemen we zelf de verantwoordelijkheid om de zorg anders in te gaan richten? Hoe kun je vinden en binden? Wat kan anders?

Ik dacht, ik gooi het balletje maar eens op. Kijken of jullie nog wat ideeën hebben. We zijn toch geen struisvogels? Of wel?

Janneke Heijstek